
Sinds enkele maanden is een scenario dat voorheen ondenkbaar was op Ferrari begint vorm aan te nemen. Voor het eerst in lange tijd zal het merk met het steigerende paard misschien niet opnieuw een recordjaar hebben. Dit is een hypothese die we enkele maanden geleden hebben geopperd en die nu concreet tot uiting komt in de meest recente financiële analyses. Achter deze schijnbare vertraging lijkt zich een veel fijnere strategie af te tekenen, met name rond het beheer van de leveringen van de zeer exclusieve Ferrari F80.
Zwakke signalen die hardnekkig zijn geworden op de financiële markten
Maand na maand, registratiecijfers die we op de voet volgen vertellen allemaal hetzelfde verhaal. Ferrari stort niet in, maar het momentum is duidelijk vertraagd in verschillende belangrijke markten. De Verenigde Staten, wereldwijd de grootste markt voor het merk, stagneert. Duitsland gaat geleidelijk achteruit. Het Verenigd Koninkrijk maakt een spectaculaire daling door. Sommige secundaire markten, zoals Japan en Italië, blijven een respectabele groei vertonen. Japan bevestigt zelfs zijn rol als veilige haven. Maar deze stijgingen compenseren, in termen van volume, niet de dalingen in de belangrijkste historische pijlers. Dus rijst de vraag: heeft Ferrari een vrijwillig plafond bereikt, of zijn we getuige van een vorm van structurele vertraging?
De hypothese van een verondersteld plafond is op papier logisch. Ferrari heeft nooit meegedaan aan een volumewedloop. Haar strategie is gebaseerd op zeldzaamheid, begeerlijkheid en uitzonderlijke marges. Maar het tegelijkertijd zien krimpen van de Verenigde Staten, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk roept vragen op. Dit zijn precies de markten waar de marges het hoogst zijn.
De Ferrari F80, de hoeksteen van een voorzichtiger strategie
Hier komt de Ferrari F80 om de hoek kijken. Officieel is er niets veranderd. Alle 799 exemplaren zijn verkocht, voor een vanafprijs van ongeveer 3,6 miljoen euro. De F80 alleen al vertegenwoordigt ongeveer 3 miljard euro aan potentiële verkopen, bijna de helft van Ferrari's jaaromzet van 6,67 miljard euro in 2024. Maar volgens verschillende financiële analisten heeft Ferrari besloten om het tempo van de leveringen van dit ultra-exclusieve model te herzien. Niet vanwege een gebrek aan vraag, maar om de inkomsten over een langere periode te spreiden. Deze informatie is nu bevestigd door analisten, die suggereren dat het tempo van de leveringen geleidelijker zal zijn dan verwacht, verspreid over de rest van het decennium.
Deze keuze is niet onbelangrijk. Een dergelijk strategisch model te snel leveren zou een groot deel van de verkoop concentreren op een korte periode. Omgekeerd zouden we met gespreide leveringen potentieel moeilijkere jaren kunnen opvangen, zonder ooit de indruk van een plotselinge vertraging te wekken.
Financiële analisten lichten een tipje van de sluier op
Deze mening wordt nu gedeeld door verschillende grote instellingen. Begin december verlaagde Oddo BHF zijn aanbeveling voor Ferrari door expliciet te verwijzen naar een langzamer dan verwachte uitrol van de F80. De makelaar verlaagde zijn leveringsramingen voor 2026 van 250 naar 200 eenheden en verlengde de ramp-up van het model tot 2028. Nog onthullender is dat de analist benadrukt dat dit tactische beheer van de leveringen een bewuste keuze zou kunnen zijn om de financiële resultaten te optimaliseren, in plaats van een opgelegde beperking. Deze analyse wordt versterkt door Morgan Stanley, dat een bewust beperkte groei van de volumes verwacht tot 2030, als een manier om het merk te behouden en de economische cycli onder controle te houden. Ferrari geeft er de voorkeur aan om een paar punten groei op korte termijn op te offeren in plaats van haar resultaten bloot te stellen aan al te zichtbare schokken.
Een verzachtende strategie in plaats van een zwaktebod
Tegen deze achtergrond lijkt het vertragen van de leveringen van de F80 minder op een negatief signaal dan op een strategische hefboom. Ferrari weet dat de komende jaren complexer zullen zijn, met een onzekere macro-economische context, de overgang naar elektrische auto's en beurswaarderingen die onder de loep worden genomen. Het hebben van een model dat in staat is om over een lange periode enkele miljarden euro's aan verkopen te genereren is een aanzienlijke troef. Dit zou ons in staat stellen om een jaar door te komen zonder record leveringsvolumes, zoals 2025 zou kunnen zijn, zonder de financiële kracht van de Groep of zijn langetermijntraject in twijfel te trekken. Vooral omdat de orderportefeuille vol blijft tot 2027, wat bewijst dat de vraag niet het probleem is. Na een decennium van bijna ononderbroken recordjaren lijkt Maranello een meer gecontroleerde fase in te gaan, waarin elk model ook een financieel managementinstrument wordt.