Stellantis: een Italiaanse arbeider in de Fiat-fabriek in Servië zegt dat "iedereen wordt betaald volgens zijn land van herkomst, van 600 tot 2000 euro".

Reclame

Op een moment dat de productie van de Fiat Grande Panda dringend moet worden opgevoerd om de maandenlange achterstand in bestellingen in te halen, heeft de fabriek Stellantis in Kragujevac, Servië, draait nu op volle toeren als een sociaal laboratorium. Servische, Italiaanse, Marokkaanse, Algerijnse en Nepalese arbeiders werken zij aan zij aan dezelfde lopende band. Ze werken allemaal aan hetzelfde industriële doel, maar niet onder dezelfde loonvoorwaarden. Een verslag van de Italiaanse krant Corriere della Sera belicht een realiteit die van buitenaf nauwelijks zichtbaar is: in Kragujevac wordt iedereen betaald volgens het contract van het land van herkomst. Als gevolg hiervan lopen de verschillen in salaris voor dezelfde baan uiteen van 600 euro tot meer dan 2.000 euro per maand.

De Grande Panda, een strategisch model onder stress

Sinds enkele maanden staat de Fiat Grande Panda centraal in de herlanceringsstrategie van het Italiaanse merk. De Grande Panda wordt exclusief in Servië geproduceerd en moet een steunpilaar van het gamma worden, met hybride, elektrische en verbrandingsversies. Het probleem is dat het opvoeren van de productie ver achterloopt op het schema en Stellantis nog steeds moeite heeft om de orders die zich al maanden opstapelen, te verwerken. Ondanks de geleidelijke overgang naar drie ploegen en de introductie van nachtdiensten blijft de productie onder druk staan. En er is nog een tegenslag: de leveringen van de versies met rechtse besturing, die met name bestemd zijn voor het Verenigd Koninkrijk, zijn uitgesteld tot maart 2026. Deze situatie illustreert de aanhoudende problemen van de vestiging om de doelstelling van een productie van ongeveer 500 voertuigen per dag te halen.

Reclame

1.600 kilometer verderop werken om een volledig salaris te verdienen

Om het tempo erin te houden, deed Stellantis een beroep op arbeiders uit verschillende landen. Onder hen zijn ongeveer honderd Italianen uit noodlijdende fabrieken zoals Pomigliano d'Arco, Melfi, Cassino, Termoli en Mirafiori. Giovanni, een voornaam, is een van de arbeiders die tijdelijk naar Servië is vertrokken.

Zijn verhaal aan de krant Corriere Della Serra is duidelijk. 1600 kilometer van huis zijn is geen keuze voor comfort, maar een noodzaak. In Italië wordt zijn salaris gekort door solidariteitscontracten. Sommige maanden werkte hij maar tien of elf dagen. In Servië daarentegen kan hij eindelijk een volledig salaris verdienen. Met nachttoeslagen, overwerk en reiskostenvergoeding kan zijn loon oplopen tot meer dan 2.000 euro. Een inkomen waarmee hij zijn hypotheek, rekeningen en kindgerelateerde uitgaven kan betalen. Zonder echt iets te sparen.

Reclame

Eén plant, verschillende lonen

In Kragujevac is niet iedereen gelijk. Italiaanse arbeiders behouden hun Italiaanse contracten, met veel betere voorwaarden dan hun lokale collega's. Servische arbeiders daarentegen krijgen tussen de 600 en 800 euro per maand. Velen hebben ook een tweede baan om de eindjes aan elkaar te knopen. Marokkaanse, Algerijnse en Nepalese werknemers vormen de rest van de internationale arbeidskrachten, van wie velen jong zijn en sommigen nieuw in de sector. Volgens Giovanni wordt iedereen betaald volgens de regels van het land van herkomst, een ongelijkheid die bekend is en aan de kaak wordt gesteld door de Servische vakbonden, maar die vooralsnog geen openlijke spanningen op de lijnen lijkt te hebben veroorzaakt. In de werkplaats blijven de verhoudingen over het algemeen rustig. De meer ervaren Italiaanse arbeiders spelen vaak een informele toezichthoudende rol, vooral als het gaat om kwaliteits- en veiligheidskwesties.

De verborgen kosten van mobiliteit

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is het leven in Servië niet zo goedkoop. Met de komst van buitenlandse werknemers zijn de huren sterk gestegen. Een flat kan meer dan 800 euro per maand kosten, waardoor reizende werknemers gedwongen worden om hun huisvesting en uitgaven te delen om de kosten laag te houden. Zelfs met de dagelijkse toelage die Stellantis betaalt, blijft het krap. Aan het einde van de maand kan Giovanni amper honderd euro opzij zetten. Genoeg om rond te komen, maar bij lange na niet genoeg om de afstand tot zijn familie te overbruggen. De eerste terugkeer naar Italië is pas over 45 dagen gepland, met een vliegticket dat door het bedrijf wordt betaald. In de tussentijd blijft het gezinsleven beperkt tot dagelijkse videogesprekken. Een tijdelijke opoffering, maar wel een die veel moeite kost.

Reclame

Een tijdelijke oplossing voor een structureel probleem

Deze getuigenis benadrukt een bredere realiteit: de productie van de Fiat Grande Panda is momenteel gebaseerd op een fragiel evenwicht van gedwongen mobiliteit, loonverschillen en tijdelijke oplossingen. Voor sommige Italiaanse vakbonden is de productie van een model in Servië, dat ook in Pomigliano of elders in Italië had kunnen worden geassembleerd, een pijnlijk symbool. Eén ding is zeker: achter het verhoogde productietempo van de Fiat Grande Panda gaan mannen en vrouwen schuil die, om te kunnen blijven werken, aanvaarden om Europa door te steken en enkele maanden ver van hun familie te leven.


Vind je deze post leuk? Deel het!

Reclame

3 beoordelingen op "Stellantis : un ouvrier italien qui travaille dans l’usine Fiat de Serbie témoigne « chacun est rémunéré selon son pays d’origine, de 600 € à 2000 € »"

  1. Persoonlijk vind ik het een schande. Het is duidelijk een soort moderne "Germinal". Stellantis is echt zielig op het moment. Het is genoeg om je af te schrikken. Gelukkig weten de klanten van 80% hier niets van (hetzelfde geldt trouwens voor de betrouwbaarheidsproblemen).

    Beantwoorden
  2. Dit is echt schokkend. Fiat/Stellantis die werknemers niet betalen voor hetzelfde werk, puur vanwege waar ze vandaan komen. Ik ben het eens met Hans, dit is beschamend. Dit is een cruciaal model, & Stellantis verknoeit dit bij elke beurt. Ik hoopte dat de Grande Panda me terug zou brengen naar Fiat, maar ik weet niet zeker of ik een bedrijf kan steunen dat werknemers zo behandelt.

    Beantwoorden

Laat een recensie achter