
Een paar weken geleden gaf Carlos Tavares, CEO van Stellantis, toe dat de overgang naar elektrische voertuigen kan langer duren dan verwacht. Ten tijde van de aankondiging legde hij uit dat Stellantis, net als vele anderen in de auto-industrie, aanvankelijk de tijd die nodig is om over te schakelen op volledig elektrische mobiliteit onderschat. Er werd een snelle toename van het gebruik van elektrische voertuigen verwacht, maar de realiteit van de markt heeft aangetoond dat deze overgang over een langere periode zal plaatsvinden.
Tavares wees op een aantal onvoorziene obstakels, waaronder spanningen in verband met het gebrek aan betaalbaarheid en praktische bruikbaarheid van elektrische voertuigen. "Wat we nu zien is dat je het tijdsvenster waarin deze overgang zal plaatsvinden moet verlengen," legde hij uit. Daarom heeft Stellantis zijn investeringen aangepast en de bouw van nieuwe gigafabrieken in Europa uitgesteld totdat de verkoop van batterij-elektrische voertuigen (BEV's) voldoende toeneemt.
In 2021 had Stellantis besloten om te investeren in multi-energieplatforms, een beslissing die nu een verstandige blijkt te zijn. Dankzij deze keuzes kan het bedrijf zich gemakkelijker aanpassen aan een langdurige overgang. "We zullen in staat zijn om deze overgang te beheren, voornamelijk door te profiteren van multi-energieplatformen," zei Tavares. Dankzij deze aanpak kan Stellantis zijn investeringen aanpassen aan de evolutie van de verkoop van elektrische voertuigen, terwijl het een voorzichtig cashflowbeheer behoudt.
Vandaag heeft Luca de Meo, CEO van Renault, soortgelijke gevoelens geuit. In een interview met verschillende persorganen, waaronder het tijdschrift Les Echos, bevestigde de Meo dat de behoefte aan meer flexibiliteit in het tijdschema voor de overgang naar elektrische voertuigen. Volgens hem zijn vooral de deadlines voor 2025 en 2030 zorgwekkend, met boetesystemen die fabrikanten vanaf volgend jaar meer dan 10 miljard euro kunnen kosten.
Luca de Meo verklaarde dat de deadline van 2035 voor het bereiken van 100 % aan nieuwe elektrische auto's is onrealistisch. "Toen dit twee jaar geleden werd besloten, was het standpunt van Frankrijk en van Renault Group dat 2035 te vroeg was en dat we in plaats daarvan moesten streven naar 2040," legde hij uit. De Meo benadrukte ook de noodzaak om het principe van technologische neutraliteit te respecteren en rekening te houden met de volledige levenscyclus van de auto bij het berekenen van de CO2-uitstoot.
De Meo roept op tot meer flexibiliteit in het overgangsschema. Hij dringt erop aan dat de meeste landen hebben nog niet voldoende marktaandeel voor elektrische voertuigen bereikt. "Het ecosysteem moet samen vooruitgang boeken, allemaal samen," zei hij. Hij wijst op het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk, waar de eisen hoog zijn maar de markt er nog niet klaar voor is.
Ondanks de uitdagingen benadrukt de Meo het belang van niet afzien van de doelstelling om over te stappen op elektrische voertuigen. "De Europese auto-industrie heeft tientallen miljarden euro's geïnvesteerd in deze overgang. Gaan we die uit het raam gooien? Nee. De politieke machthebbers kunnen niet van gedachten veranderen net nu al onze inspanningen vruchten beginnen af te werpen met nieuwe modellen die op de markt komen," beweerde hij.
De verklaringen van Carlos Tavares en Luca de Meo laten zien dat er een groeiende consensus is onder de leiders van de auto-industrie over de noodzaak om het tijdschema voor de overgang naar elektrische voertuigen opnieuw beoordelen.
De energietransitie betekent meer hybride modellen. Gedwongen volledig elektrisch rijden werkt gewoon niet, vooral niet als de infrastructuur in veel landen nog niet op orde is.
Elektrische auto's winnen dit jaar niet langer marktaandeel.
Het management van Renault en Stellantis weet als geen ander hoe de verkoop van auto's kan evolueren.
Hybrides zijn modellen van 20 jaar geleden. Persoonlijk heb ik sinds 2011 een hybride auto en ik ben er erg blij mee. Het zou absurd zijn om vandaag de dag over te stappen op de technologie van vroeger.